Nederlanders keren als 'rijdende bommen' terug uit Duitsland om hoge brandstofprijzen te omzeilen.
Nederlanders die in Duitsland gaan tanken vullen niet alleen hun benzinetank, maar ook vaak een of meerdere jerrycans. Dat lijkt gevaarlijk, maar vreemd genoeg mag je als automobilist honderden liters brandstof vervoeren.
Nu de benzineprijzen zo zijn gestegen, vinden veel Nederlanders het aanlokkelijk om extra brandstof mee te nemen uit het buitenland. En dat mag, zo weet de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB. Wie over de grens jerrycans vult met benzine, mag volgens de bond zelfs tot 240 liter meenemen.
“De voorwaarde is dat de brandstof bestemd is voor eigen gebruik en wordt vervoerd in jerrycans van maximaal 60 liter per stuk”, aldus Erik Jan de Jong van de ANWB. “De jerrycans moeten geschikt zijn voor autobrandstoffen, ze mogen niet lekken en moeten deugdelijk zijn vastgezet in de auto.”
“Deze regeling is opgenomen in het ADR”, zegt De Jong. “Dat is een internationaal verdrag voor vervoer van gevaarlijke goederen over de weg.” De regels gelden dus ook in België.
Ook meldt de ANWB dat de gevolgen rampzalig kunnen zijn wanneer er brandstof vrijkomt bij een aanrijding. Volgens de ANWB is wat formeel is toegestaan niet altijd hetzelfde als wat veilig is.
“Je kunt beter helemaal geen jerrycan in je achterbak te vervoeren, ook niet als extra reservetankje. “Helemaal risicoloos is ook dat namelijk niet”, zegt de woordvoerder. “Bijvoorbeeld als de auto betrokken raakt bij een ongeval.”
Jan Pieter de Wilde van het Nederlandse Kuster Energy zei eerder al tegen de krant ‘Algemeen Dagblad’ dat het vullen van jerrycans door Nederlanders niet nieuw is, maar dat het nu wel heel veel gebeurt. De Wilde drukt mensen wel op het hart om geen risico’s te nemen: “Je bent een rijdende bom.”
Reacties
Een reactie posten